Reis door Hester van Eeghens tassentheater
bezig met laden...
“Niet allemaal tegelijk”, waarschuwt Hester van Eeghen. “Zoveel ruimte is er niet in de tas.” De opkomst voor de opening van haar tentoonstelling ‘De tas als theater’ is groot, het decor piepklein. Een medewerker van Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam ziet erop toe dat er maximaal tien personen tegelijk binnen zijn. Zowel het ontwerp als het binnenleven van de tas staan centraal.
Via het voorvak stapt de bezoeker een immense tas in en maakt een reis die alle zintuigen prikkelt. Een tas is van binnen vaak een wereld op zich, weet Hester van Eeghen, die haar dertigjarig jubileum viert. In samenwerking met decorontwerper André Postma vergrootte ze deze verborgen wereld sterk uit. Spannende kijk- en voelgaten laten zien wat we allemaal met ons meesjouwen. Van je-weet-maar-nooit-items tot dierbare herinneringen. “In mijn reparatieatelier kom ik van alles tegen. Handtassen die zó sterk geuren dat je bijna bedwelmd wordt omdat er een parfumflesje in is leeggelopen. En in de plooien van de voering verdwijnt van alles. Snoeppapiertjes, haarelastiekjes, metrokaartjes, bonnetjes, lege medicijnverpakkingen. Ongemerkt slibt de tas vol met ongewenste rekwisieten. Totdat we écht iets kwijt zijn en we de tas omkiepen, waarna een zoektocht in de stofnesten kan beginnen.”
De tekst gaat verder onder de foto
“Die geur, dat gevoel! Leer heeft iets menselijks, het komt heel dichtbij”
Tassenmuseum Hendrikje kende Van Eeghen al voordat het een echt museum was. Op een dag stapte er een dame haar winkel binnen die buitengewoon geïnteresseerd was en telkens terugkwam om een tas te kopen. “Ik grapte: hoeveel armen heeft u wel niet? Waarop ze me vertelde dat ze voorbereidingen aan het treffen was voor het openen van een tassenmuseum in haar woonhuis in Amstelveen.” De dame bleek Hendrikje Ivo, oprichtster van het Tassenmuseum, die op zoek was naar hedendaagse ontwerpen voor de collectie. Ze was onder de indruk van de technische knap gemaakte en fantasievolle tassen van Van Eeghen. Zelf heeft de tassenontwerpster ook een omvangrijke verzameling. Zo’n vijfhonderd stuks, van eeuwenoude exemplaren tot modellen uit de jaren zestig, geselecteerd om hun ongewone of bijzondere vormgeving.
Leerlooiproces is alchemistengeheim
De liefde voor leer ontstond tijdens haar studie Nederlands. Om de hoek van haar studentenhuis zat een winkeltje met minstens 175 laatjes. In elk laatje zaten andere fournituren, van wc-haakjes tot karabijnsleutels. “Voor een nieuwsgierig iemand als ik een paradijs op aarde. Ik kocht er mijn allereerste onsje leer.” Verlekkerd: “Die geur, dat gevoel! Leer heeft iets menselijks, het komt heel dichtbij. Vervolgens bezocht ik een leerfabriek in Brabant. Diep onder de indruk van wat er allemaal gebeurt met zo’n lap huid, wilde ik er meer over weten. Welke processen worden er gebruikt om het leer precies de juiste soepelheid of stugheid te geven? Maar geen looier wilde mij de recepten vertellen, dat bleek een soort alchemistengeheim. De combinatie van dat technische aspect en de vele toepassingsmogelijkheden is me altijd blijven boeien.”
Vanaf dat moment wilde ze nog maar één ding: bijzondere dingen maken van leer. Toen ze haar voet brak, is ze gaan ‘arbeidstherapieën’ en maakte haar eerste tas. “Wat een ontdekking was dat! Leer is een heerlijk materiaal. Een nadeel is dat het allerminst toegeeflijk is. Eenmaal gestikt zie je álles. Je kunt simpelweg geen fouten maken. Veel mensen realiseren zich niet dat er al snel tussen de acht en twintig arbeidsuren gaan zitten in het maken van één tas. Als ontwerper is het belangrijk om te laten zien dat ambacht iets uitzonderlijks is, hoe een tas werkelijk gemaakt wordt. Daarom neemt Van Eeghen elk jaar deel aan de beurs Meesterlijk, Design en Ambacht.
Om nieuwe ideeën zit de tassenontwerpster nooit verlegen. Wel is ze in de afgelopen dertig jaar tegen andere obstakels aangelopen. “De leerwereld is wankel geworden: van een stabiele maar vervuilende tak van sport naar een bewustere industrie die is onderworpen aan de internationale milieuwetgeving. Een transitie die ik toejuich, maar ook tot gevolg heeft dat bepaalde materialen, waar bijvoorbeeld chroom en zink in zit verwerkt, niet meer verkrijgbaar zijn.” Ook de wetgeving rond personeelszaken vindt ze een hele kluif. “Gelukkig heb ik dit sinds tien jaar uitbesteed aan een objectieve organisatie. Veel beter.” Ze runt een gezond bedrijf met achttien medewerkers, drie eigen winkels en een groothandel. Dat is heel organisch gegroeid en daar is ze dankbaar voor, het maakt haar werk dynamisch en bruisend.
“Ik vind het belangrijk dat een tas uitbuikmogelijkheden heeft”
Artistieke koers versus zakelijk inzicht
Van Eeghens werkruimte bestaat uit twee kamers: het ene is atelier, het andere kantoor, elk met een totaal andere atmosfeer. Dit stelt haar in staat om te switchen van ‘linker- naar rechterhersenhelft’. “Het decor bepaalt mijn rol. En dat lukt ook echt, hoor! In mijn kantoor aan de voorkant van het pand heb ik altijd een heleboel to-do-lijstjes liggen. Ik beschik ik over een gezonde dosis zakelijke spanningslust: ik vind het leuk om te weten welke omzetten er zijn gedraaid. Dan duik ik er even helemaal in en ben ik daarna weer gerustgesteld. De angst dat het een keer niet goed gaat hoort er, denk ik, bij. Een beetje een controlfreak ben ik wel. Mijn atelier aan de achterkant is meer een laboratorium. Omringd door tassen en huiden voer ik materiaalexperimenten, vormstudies en reparaties uit. Ik kan niet ontwerpen zonder muziek. Ik luister zowel naar katholieke Romaanse kerkgezangen als naar Ilse de Lange.”
Psychologische tassenweegschaal
Ondertussen heeft zich in het museum een rij gevormd voor de interactieve tassenscanner. Een nostalgische machine met kermisachtige knoppen en een draaischijf waar bezoekers hun tas op kunnen zetten. Na het beantwoorden van enkele vragen, rolt er een persoonlijke karakterbeschrijving uit. “Zelf ben ik een romantisch figuur”, verklapt Van Eeghen. “Ik heb grote fantasieën en dat zie je terug in mijn tas. Die heeft een flink formaat, voor alles is plek. Mijn computer, een knuffeltje dat ik bij iemand wil langsbrengen, soms tover ik mijn hele ontbijttafel eruit tevoorschijn. Afhankelijk van wat de dag brengt moet mijn tas ook absoluut uitbuikmogelijkheden hebben.” De tentoonstelling wordt afgesloten met haar tien meest iconische ontwerpen. Tassen die openen als een harmonica, uitschuiven als een accordeon of met een verborgen grapje: ze weten stuk voor stuk te verrassen – van buiten én van binnen.
De tentoonstelling ‘De tas als theater’ is van 10 november tot en met 25 februari te zien in Tassenmuseum Hendrikje in Amsterdam. Bij de tentoonstelling wordt ook het pop-up boek ‘One Thousand and One handbags’ uitgegeven.
Portret Hester van Eeghen door Maarten Corbijn
Overige foto’s via Natasja Admiraal en Hester van Eeghen